Nederlands naar perfectie. Nieuwe methode Nederlands voor hoogopgeleide anderstaligen
Nederlands naar perfectie is een totaalmethode Nederlands voor hoogopgeleide anderstaligen. De uitgave brengt cursisten van niveau B2 naar niveau C1. De acht hoofdstukken zijn opgezet rond een breed scala aan wetenschappelijke thema’s.
Naast de vaardigheden lezen, luisteren, schrijven en spreken is er veel aandacht voor uitbreiding van de woordenschat.
Cursisten maken kennis met de finesses van de taal en met typisch academisch taalgebruik. De focus ligt op populairwetenschappelijke teksten en beeldfragmenten, maar daarnaast biedt de uitgave ook opdrachten bij sketches, liedjes en columns, om het geheel te verluchtigen. Enkele lastige grammaticakwesties worden nog eens herhaald. Verder vinden cursisten in Nederlands naar perfectie veel mogelijkheden om taalvaardiger te worden binnen de context van studie en carrière, zoals bij het houden van een presentatie of het schrijven van een betoog.
Bij het boek hoort een uitgebreide website met beeld- en audiofragmenten, woordenlijsten en oefeningen voor woordenschat, grammatica, preposities en uitspraak. Voor docenten is een digitale docentenhandleiding met tips en suggesties beschikbaar.
Emily Palmer, Miranda van ’t Wout, Nederlands naar perfectie. Uitgeverij Coutinho, 2015, 1e druk, 316 pp., ISBN: 9789046904527
Doorgestroomd - Ik wil advocaat worden!
Waarom ze niet naar de havo mag? Het is de vraag van een meisje uit Afghanistan op de ISK. Haar neef mocht wel naar de havo. Waarom zij niet? Ze heeft nog niet het juiste taalniveau en zal via mbo 2 haar weg moeten vinden. Ondertussen werkt ze hard aan het leren van de taal en heeft ze altijd een boekje bij zich waarin ze moeilijke woorden opschrijft.
Lees verderOlha
Mieke de Haan is huisdichter van Les. In deze column publiceert zij maandelijks een nieuw gedicht dat ze schrijft naar aanleiding van ervaringen van haar cursisten. Bij elk gedicht geeft ze ook een lestip.
Lees verderDoorgestroomd - Drie vrienden na de ISK
Soms trok hij even zijn wenkbrauwen op als hij iets zei, om zo de hele klas naar zijn hand te zetten. Zijn vriend ging dan achterin zitten, omdat hij rustig wilde werken. De laatste van het drietal bleef opletten en maakte altijd zijn huiswerk.
Lees verder