Voor wie geldt deze wet?

De wet is van toepassing op werkzoekenden die bij het aanvragen van een bijstandsuitkering:

a. niet gedurende acht jaar Nederlandstalig onderwijs hebben gevolgd;

b. geen diploma inburgering hebben; en

c. geen ander document hebben waaruit blijkt dat zij de vaardigheden in de Nederlandse taal beheersen.

 

Deze werkzoekenden krijgen na de bijstandsaanvraag maximaal acht weken om hun Nederlandse taalniveau te verbeteren naar minimaal het referentieniveau 1F.

 

Welke consequenties zijn eraan verbonden?

Gemeenten, die over de bijstandsuitkering gaan, kunnen het Nederlands taalniveau van de werkzoekende toetsen. Mocht uit deze toets blijken dat de werkzoekende niet minimaal het niveau 1F heeft bereikt of geenzins voortgang boekt in het behalen van dit niveau, dan heeft de gemeente de mogelijkheid om te korten op de bijstand. 

 

Wilt u meer weten over de Wet taaleis WWB? Klik hier voor het volledige wetsvoorstel.