Taaleis in het kader van de bijstand
De Wet taaleis WWB (Wet werk en bijstand) breidt de voorwaarden in het kader van de bijstand uit met een taaleis. Deze stelt dat mensen de Nederlandse taal op zo'n manier moeten beheersen, dat ze op de werkvloer eenvoudige gesprekken kunnen voeren.
Voor wie geldt deze wet?
De wet is van toepassing op werkzoekenden die bij het aanvragen van een bijstandsuitkering:
a. niet gedurende acht jaar Nederlandstalig onderwijs hebben gevolgd;
b. geen diploma inburgering hebben; en
c. geen ander document hebben waaruit blijkt dat zij de vaardigheden in de Nederlandse taal beheersen.
Deze werkzoekenden krijgen na de bijstandsaanvraag maximaal acht weken om hun Nederlandse taalniveau te verbeteren naar minimaal het referentieniveau 1F.
Welke consequenties zijn eraan verbonden?
Gemeenten, die over de bijstandsuitkering gaan, kunnen het Nederlands taalniveau van de werkzoekende toetsen. Mocht uit deze toets blijken dat de werkzoekende niet minimaal het niveau 1F heeft bereikt of geenzins voortgang boekt in het behalen van dit niveau, dan heeft de gemeente de mogelijkheid om te korten op de bijstand.
Wilt u meer weten over de Wet taaleis WWB? Klik hier voor het volledige wetsvoorstel.
Doorgestroomd - Ik wil advocaat worden!
Waarom ze niet naar de havo mag? Het is de vraag van een meisje uit Afghanistan op de ISK. Haar neef mocht wel naar de havo. Waarom zij niet? Ze heeft nog niet het juiste taalniveau en zal via mbo 2 haar weg moeten vinden. Ondertussen werkt ze hard aan het leren van de taal en heeft ze altijd een boekje bij zich waarin ze moeilijke woorden opschrijft.
Lees verderOlha
Mieke de Haan is huisdichter van Les. In deze column publiceert zij maandelijks een nieuw gedicht dat ze schrijft naar aanleiding van ervaringen van haar cursisten. Bij elk gedicht geeft ze ook een lestip.
Lees verderDoorgestroomd - Drie vrienden na de ISK
Soms trok hij even zijn wenkbrauwen op als hij iets zei, om zo de hele klas naar zijn hand te zetten. Zijn vriend ging dan achterin zitten, omdat hij rustig wilde werken. De laatste van het drietal bleef opletten en maakte altijd zijn huiswerk.
Lees verder