Yke Schotanus promoveerde op 9 oktober 2020 aan de Universiteit Utrecht.  
Haar onderzoek heeft op verschillende manier plaatsgevonden, zowel in een klassikale setting als in een laboratoriumsetting met EEG-metingen en daarnaast nog online.

Dat zingen de taalverwerking bevordert heeft volgens Schotanus meerdere oorzaken. “Uit mijn onderzoek blijkt dat een gezongen tekst (a capella) beter wordt onthouden dan een gesproken tekst. Daarnaast worden herhalingen bij gezongen teksten acceptabeler en betekenisvoller gevonden dan binnen een gesproken tekst.” Muzikale gebeurtenissen die aantoonbaar moeilijk te verwerken zijn, zoals een toonsoortvreemde noot, zorgen voor bijzondere aandacht voor de taal. Ook blijkt dat aspecten van de liedstructuur (rijm, strofe-organisatie) en timing gebruikt kunnen worden om de tekstverwerking te vergemakkelijken, of om een specifieke interpretatie van de tekst te bevorderen.  

Zingend voor de klas

Deze resultaten zijn interessant voor onder meer het onderwijs en de literaire wereld. Als docenten meer gebruik zouden maken van muziek in het onderwijs dan kan dat de leerlingen helpen om teksten beter te verwerken en te onthouden. Muziek bevordert het geheugen en waarschijnlijk ook het begrip. Schotanus: “Als je moeilijke teksten wil voorleggen aan leerlingen dan zijn ze denk ik makkelijker te begrijpen als ze tijdens het meelezen ook voorgezongen worden.”

Liedjes zijn literair

In het literaire debat over de vraag of liedteksten literair kunnen zijn (of bijvoorbeeld Bob Dylan de nobelprijs voor literatuur verdient) spelen aannames over de manier waarop mensen liedteksten verwerken een belangrijke rol. “Men beweert wel dat dat niet kan omdat liedjes in één keer begrepen moeten worden, of juist omdat men er helemaal niet naar luistert, maar beide aannames blijken onjuist. Een liedtekst werkt wel anders dan een gedicht dat je leest. ”De poëtische waarde van een liedtekst kan liggen in de manier waarop een tekstschrijver anticipeert op, of gebruik maakt van bepaalde effecten van de muziek. Dit kan door te kiezen voor bepaalde rijmschema’s en strofevormen en vooral door de afwisseling van soorten strofen (bijvoorbeeld coupletten en refreinen) te beïnvloeden. 

Spinvis

 ‘Iemand als Spinvis maakt hier heel goed gebruik van, hij geeft zijn nummers een structuur met veel herhalingen, maar ook met onregelmatigheden op detailniveau. Volgens mijn bevindingen leiden dergelijke excessieve herhalingen af van de tekst, maar houden ze wel de aandacht bij het nummer als geheel, en zorgen de onregelmatigheden ervoor dat je toch af en toe iets opvangt van de tekst. Wat je dan opvangt is vaak op zichzelf al intrigerend, maar maakt velen toch ook nieuwsgierig naar de rest. Zo vraagt Spinvis aandacht voor tekst op een vluchtig medium als de radio en kan hij een theaterpubliek geconcentreerd laten luisteren naar een zeer lastige tekst.’