Inzetten op de uitvoering

[Uit Les 148: Deltaplan Inburgering

'Als je de nieuwe Minister van Wonen, Wijken en Integratie zou moeten typeren, zou je twee woorden kunnen gebruiken: pragmatisch en betrokken.
Als voorzitter van de toenmalige Taskforce Inburgering, ingesteld in 2000, was ze goed bekend met de problematiek van integratie en inburgering. 
In 2001 had Les een interview met haar over de activiteiten van de Taskforce. 
‘De Taskforce had indertijd (*) drie doelstellingen: het wegwerken van de wachtlijsten voor taallessen aan oudkomers, verbeteren van de uitvoering, samenwerking en regie van gemeenten, en het verbeteren van de sturingsinformatie en monitoring.
Het streven in het Deltaplan was om in 2011 de inburgering voor 80% duaal te laten uitvoeren. Daarbij wordt bedoeld dat een combinatie van inburgeren (taalleren, en kennis van de Nederlandse samenleving verwerven) en (re)integratie (toeleiden naar werk of opvoedingstaken)) zal worden aangeboden aan de inburgeraar.
De lijn inburgering moet verbonden worden met participatie. Dat is een goede zaak. Een uitspraak van de Taskforce was indertijd dat inburgering een randvoorwaarde was om te participeren. Ik ben inmiddels geneigd om dat om te draaien. Participatie is een randvoorwaarde om in te burgeren. Je hebt het nodig om inburgering en integratie goed te laten verlopen.’

 

* Noot van de redactie: de tegenwoordige tijd in het oorspronkelijke artikel is in deze versie in de verleden tijd gezet.

 

Een kwaliteitsslag is nodig.

Over de invoering van het Deltaplan inburgering

[Uit de lezing op het Lescongres 2007]

 

‘Ik zet ook in op een kwaliteitsimpuls. Én ik wil dat inburgering weer hoog op de politiek-bestuurlijke agenda komt te staan. Zeker bij gemeenten. En dat het belang van inburgering weer in de hoofden en harten van de inburgeraars zelf wordt verankerd. Ik heb u daar allemaal bij nodig. Medewerkers van taalaanbieders, begeleiders, directeuren van scholingsinstituten. Maar natuurlijk ook wethouders, beleidsmakers op gemeentelijk niveau, werkgevers, burgers die iemand willen coachen. Eigenlijk de hele samenleving. De discussie over inburgering spitste zich ook toe op de verplichting. We moeten het niet alleen zien als iets verplichtends. De inburgering is ook enorm in het belang van de inburgeraar. En hij moet er plezier in krijgen. Ik vind het van belang dat de samenleving daarin ook investeert.
Ik zou zeggen: ga daarbij onorthodox te werk!. 
Waar het om gaat, is dat zoveel mogelijk mensen slagen voor hun inburgeringsexamen of een ander, hoger, examen dat past bij hun capaciteiten. Ik doe dan ook een oproep aan alle partijen om slimme en praktische oplossingen te vinden om mensen zo snel mogelijk in een klaslokaal te brengen.
Ik vind dat de kwaliteit van de uitvoerders in inburgeringsprogramma’s van het grootste belang is. Succesvol onderwijs staat of valt immers met de kwaliteit van uitvoerders. Daar kunt u een belangrijke rol in spelen. Daarom wil ik daar met het Deltaplan Inburgering een bijdrage aan leveren.’

 

Sturen op competenties

‘We moeten meer gaan denken vanuit competenties en daar ook op sturen. Een breed gedragen competentieprofiel voor Nt2-docenten in inburgeringsprojecten is daarbij een eerste voorwaarde. Natuurlijk is er al het competentieprofiel docent Nederlands als tweede taal dat ontwikkeld is door de Beroepsvereniging voor docenten Nt2. Dit bestaande profiel zal daarbij een belangrijke rol spelen. De taalaanbieders kunnen zich juist profileren met goed geschoolde medewerkers.

 

Maatwerk 
Zoals ik al zei: inburgering moet weer hoog op de agenda komen te staan. Inburgeren is wat mij betreft meedoen. Inburgeraars moeten de wil en de motivatie hebben om in te burgeren. Inburgeren moet niet alleen maar ‘verplicht’ zijn. Het is simpelweg noodzakelijk om te kunnen participeren in de samenleving. Om je talenten te ontwikkelen. Om ergens bij te horen. En wie wil dat niet? We moeten de inburgeraar en zijn of haar behoefte om te participeren centraal stellen. Veel cursisten kunnen veel meer dan het niveau dat standaard door gemeenten wordt ingekocht. Met andere woorden: maatwerk.

 

Maatwerk bij het aanbieden van programma’s

Inburgeren is ook meedoen
Inburgeren is ook meedoen. Of dat nu in vrijwilligerswerk is of in een betaalde baan. Het inburgeringsprogramma moet dan ook een sterke link hebben met de praktijk. De ambitie uit het Deltaplan is dat in 2011 80% van de inburgeringprogramma’s duaal is vormgegeven. Dat wil zeggen: gecombineerd met re-integratie, opvoedingsondersteuning, een vakopleiding, stage of werk. Of met het opzetten van een eigen onderneming. Dat betekent dat de hele samenleving mee moet doen aan de inburgering! We zullen allemaal ruimte moeten maken voor de inburgeraars. Zij moeten al tijdens hun inburgeringsprogramma de kans krijgen om actief te zijn. Op de school van hun kinderen bijvoorbeeld. Of door een vakopleiding te volgen. Misschien door mee te draaien op de arbeidsmarkt.
Dat vergt nogal wat, natuurlijk. Ten eerste veel begeleiding. Daar zijn specifieke competenties voor nodig. Zeker bij duale programma’s. Ten tweede moet de maatschappij daadwerkelijk ruimte bieden.
Mensen leren een taal makkelijker als ze die ook kunnen gebruiken. Niet eerst in de klas zitten, maar meteen aan de slag.

Waar het om gaat, is dit: inburgeren is meedoen. Inburgeren moet niet alleen maar ‘verplicht’ zijn. Het moet ook een manier zijn om te leren participeren. Om je talenten te ontwikkelen. Om ergens bij te horen
Naar een docentschap waarin ruim baan is gemaakt voor de ontwikkeling van competenties. En waar kwaliteit de doorslag geeft.'

 

Ella Vogelaar

 

Bronnen

Heleen van der Meijden, Marli Tijssen, Inzetten op de uitvoering, In gesprek met Minister Ella Vogelaar: Het Deltaplan Inburgering. In: Les 148, september 2007.
Ella Vogelaar, Een kwaliteitsslag is nodig. Over de invoering van het Deltaplan inburgering. In: Les 150, december 2007.