Boeiend, ambitieus, geïntegreerd en eigentijds: dat moet het onderwijs van het Nederlands in de 21ste eeuw zijn. De wereld is tijdens de afgelopen 25 jaar immers ingrijpend veranderd. De manier waarop we taal gebruiken is zo drastisch geëvolueerd dat de doelen en de inhouden van het onderwijs Nederlands niet meer die van de vorige eeuw kunnen zijn.  Het onderwijs Nederlands heeft een 21ste-eeuwse injectie nodig. Alle leerlingen – ongeacht de studierichting die ze volgen - moeten een hoog niveau van taalcompetentie ontwikkelen dat hen in staat stelt om de communicatieve taken die cruciaal zijn in het leven van vandaag en morgen uit te voeren. Dat hebben ze broodnodig om volwaardig deel te kunnen nemen aan de democratische samenleving van de 21ste eeuw.

Als experten taalonderwijs uit Nederland en Vlaanderen ondersteunden wij het Algemeen Secretariaat van de Nederlandse Taalunie bij het uitschrijven van een visie over hoe het onderwijs van  het Nederlands er in de 21ste eeuw moet uitzien. Deze visie is vandaag aan minister Crevits (VL), minister Bussemaker (NL) en staatssecretaris Dekker (NL) aangeboden. Wij menen dat de tijd overrijp is om de verouderde schotten tussen literatuur, taalbeschouwing en taalvaardigheid te slechten en levensvreemde keuzes tussen taalcorrectheid en begrijpelijkheid in de prullenbak te gooien. In de plaats daarvan schuiven we vier inhoudelijke thema’s naar voren die volgens ons in het onderwijs Nederlands van de 21ste eeuw centraal moeten staan.

Het thema taalcompetentie en informatie benadrukt dat onze kinderen en jongeren kritisch en efficiënt met de hedendaagse overvloed aan informatie moeten leren omgaan. Meer dan ooit moeten zij leren dat de eerste Google-hit niet noodzakelijk de beste informatie oplevert. Meer dan ooit moeten leerlingen pertinente leugens van objectieve waarheid kunnen onderscheiden, wervende teksten van objectief informerende teksten, onderbouwde bronnen van onbetrouwbare stemmingmakerij.

Het thema taalcompetentie en communicatie benadrukt dat kinderen en jongeren moeten leren om  vaardig te communiceren in uiteenlopende situaties. Jongeren moeten leren dat de chattaal en afwijkende spelling van sociale media niet voor alle doeleinden geschikt is. Ze moeten een standaardtaal verwerven en de taal van de school. Jongeren die taalcompetent communiceren, kunnen beter sociale relaties in diverse domeinen van de maatschappij aanknopen.

Het thema taalcompetentie en identiteit benadrukt dat kinderen en jongeren taal nodig hebben om hun eigen identiteit te ontwikkelen. Het onderwijs van het Nederlands helpt hen om hun wensen en opinies duidelijk te maken, om zich te verweren tegen allerlei vormen van bedreiging en geweld, om zichzelf als persoon te ontdekken en dat weer aan anderen duidelijk te maken. Wij uiten onszelf, en worden onszelf, via taal.

Het thema taalcompetentie en cultuur houdt in dat jongeren dankzij het onderwijs Nederlands leren om via taal van cultuur te genieten en zelf cultuur te maken. Alle jongeren moeten kunnen kennismaken met kunst en literatuur. Niet zozeer om geboortedatums van auteurs en namen van stijlfiguren uit het hoofd te leren, maar om kennis te maken met andere zienswijzen en perspectieven, en hun eigen emotioneel leven diepgaand te verrijken. 

Wij stellen dus een boeiend, ambitieus en eigentijds onderwijs van het Nederlands voorop waarin deze vier thema’s geïntegreerd aan bod komen. Een onderwijs Nederlands dat leerlingen helpt om de kwaliteit van hun leven te verhogen. Een onderwijs Nederlands dat in de wereld staat en over de wereld gaat. Dat taal niet kunstmatig opsplitst in deelvaardigheden en betekenisloze deelaspecten, maar dat leerlingen helpt om taalkennis, taalvaardigheid en taalattitudes geïntegreerd in te zetten om te functioneren binnen en buiten de school. Dat leerlingen leert om een positieve talige grondhouding te ontwikkelen, van waaruit ze met respect naar meertaligheid kijken. Wij hebben een duurzaam onderwijs Nederlands nodig dat de motivatie voor taalleren die kinderen en jongeren van nature hebben, voortdurend vernieuwt. Dat leerlingen met plezier doet lezen en aanzet om creatief met taal te spelen. Een onderwijs Nederlands waarin – letterlijk - geen enkele leerling aan zijn lot wordt overgelaten en iedereen functioneel geletterd de school verlaat. Een onderwijs Nederlands dat een basisaanbod van hoog niveau voor iedereen garandeert, en tegelijkertijd leerlingen durft uit te dagen om zich in taal te verdiepen. Een onderwijs Nederlands dat niet alleen tijdens het vak Nederlands wordt gegeven, maar door taalbewuste leraren van alle vakken wordt aangeboden. Een onderwijs Nederlands dat de cruciale rol die taal in het leven van iedereen speelt, erkent en naar waarde schat.

Op de keper beschouwd heeft het onderwijs Nederlands niet zozeer meer handboeken nodig, maar meer handlangers. Het is daarom de hoogste tijd voor alle beleidsmakers, leerplanontwikkelaars, lerarenopleiders, methodemakers, onderwijsondersteuners, directies en leraren om samen op de trein van de 21ste eeuw te springen.   

Iedereen taalcompetent! Visie op de rol, de positie en de inhoud van het onderwijs Nederlands in de 21e eeuw. Algemeen Secretariaat Nederlandse Taalunie.

Jan Rijkers, voorzitter expertgroep (NL); Paula Bosch, Vereniging van Leraren in Levende talen (NL); Kris Van den Branden, KU Leuven; Jordi Casteleyn, Universiteit Antwerpen; Bart van der Leeuw, Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO) (NL); Marleen Lippens, Katholiek Onderwijs Vlaanderen; Alida Pierards, Hogeschool PXL (Vlaanderen).