Het verraste Vinnie Ko zelf ook dat hij een boek wilde schrijven in zijn geadopteerde taal. De Zuid-Koreaan, destijds masterstudent statistiek, had op de cursus Nederlands van het universitaire Talencentrum alle niveaus doorlopen. Op zoek naar betaalbare vervolgcursussen stuitte hij op het taalmaatjesprogramma van Humanitas. Maar: dat was uitsluitend bedoeld voor vluchtelingen. Toen hij bij de organisatie langsfietste om zijn eigen zaak te bepleiten, hoorde hij zichzelf opeens zijn diepste verlangen uitspreken.

 

'Nederlands is rechttoe rechtaan. Overzichtelijk, als je eenmaal de uitzonderingen onder de knie hebt.’

 

Die onverwacht geuite wens om te gaan schrijven was de kiem van de vorige maand verschenen bundel columns Met hartelijke groente. De medewerker van Humanitas bracht Ko in contact met de dichter Fred Penninga, die hem om de paar weken nieuwe schrijfopdrachten gaf. Penninga vond zijn stukken zo leuk dat hij Ko aanmoedigde ze op te sturen naar De Groene Amsterdammer. Daarna ging het snel. Het weekblad wilde zijn aanstekelijke, opmerkzame columns over taal graag online plaatsen. Na drie stukken meldden zich al meerdere uitgeverijen.