Het begon met een mailtje van de Nt2-coördinator vorige week. Of we in de les iets konden doen rond de Week van de Poëzie. De cursisten een gedicht laten schrijven of zo. Makkelijker gezegd dan gedaan als je lesgeeft aan een groep beginners. Maar mijn cursisten hebben me al een paar keer aangenaam verrast, dus waag ik het erop.

 

Gedichtendag

28 januari is het zover: Gedichtendag! 'Vandaag worden jullie allemaal dichters', zeg ik bij het begin van de les. Roberta kijkt me ongelovig aan. Mairus en Sofian werpen elkaar een vragende blik toe. Linda gniffelt en Corina tovert een brede glimlach op haar gezicht. Zij ziet het helemaal zitten.
Als opwarmer lees ik een paar eenvoudige versjes voor. Dan projecteer ik een foto van een parkje in hartje Brussel. Vooraan scharrelende kippen. Daarachter een grote serre. En op de achtergrond oude flatgebouwen. Een stukje platteland in de stad. Een inspirerend beeld, vind ik. Benieuwd of mijn cursisten er ook zo over denken. Ze vertellen me wat ze op de foto zien. Ik schrijf wat woordjes op het bord. En dan is het hun beurt.
Na vijf minuten heeft iedereen zijn eerste woorden neergepend. De bladen worden doorgegeven aan buurman of buurvrouw. Meteen komen de tongen los. 'De kippen eten gras, dat klopt niet', zegt Sofian. 'Kippen eten geen gras. Koeien eten gras.' Gegiechel en geroezemoes. Ze raken op dreef. Zelfs Rahama en Edyta doen ijverig mee. Het komt toch goed met de les. 
Na vijftien minuten is het welletjes geweest. De inspiratie droogt op, de aandacht verslapt. 'Tijd om de gedichten voor te lezen', zeg ik. 'Nu al?', reageert Corina. Voor haar had het best nog wat langer mogen duren.

 

Bomen zonder bladeren

De cursisten luisteren geboeid naar elkaars versjes. Er wordt gegniffeld en gegiecheld. Sommige overgangen zijn inderdaad nogal vreemd. Maar af en toe duikt er een knappe versregel op, zoals: De kippen grazen gras. Wat een mooie alliteratie. Geef me jouw hand, lees ik, Ik ben niet getrouwd. Een cursist in een romantische bui of een voorzichtige flirt? Een ander gedicht gaat de filosofische toer op: Ik zie bomen zonder bladeren. Waarom? 
Grootse poëzie is het niet, maar mijn cursisten hebben wel een uur lang gespeeld met de Nederlandse taal. Ze hebben gelachen en genoten. En ze zijn fier op het blad vol versregels dat voor hen ligt. Experiment geslaagd. Ik kijk nu al uit naar de volgende Week van de Poëzie.

 

Enkele gedichten:

De zon schijnt
fietsen
gras 
gebouwen
Het gras is groen
Vandaag is een mooie dag
Ik ben heel content
Ik denk aan de tijd

Ik wandelde met mijn vriendin
Ik ging naar buiten
tik tik tik
pac pac pac
De kippen zijn prima
Bomen zonder bladeren
Waarom?
naar buiten
regen regen
Dat heb ik graag

Mooi weer in het park
Ik moet wandelen
Buiten is het zomer
Geef me je hand
Ik ben niet getrouwd
Ik vind pannenkoek lekker

Ik zit op de bank
Ik kijk naar de kip
Ik zie de vuilbak
Ik zie de boom
zonder bladeren
Waarom?

Vandaag is het donker
Vandaag is het mooi
De boom is ziek
Niemand fietst
Niemand wandelt
Ik eet buiten

Kippen: eet, eet, eet
De zon schijnt
De mensen: eet, eet, eet
Ik laat mijn fiets achter
ga spelen met de kippen

Wandelen met mijn fiets in het park
Het is rustig
Niemand fietst
Boom en groen gras
naar het werk
De boom is groot
Het weer is warm
De zon schijnt
Tik Tak

Kippen eten gras
frieten
tok tok tok
Dat is een mooie dag

het gras
de kleuren fel
de zak blauw
niemand wandelt

Kippen eten
het is warm
zon 
licht
Ik zit in het park
Ik kijk naar het landschap

Ik neem een foto
Met mijn fotoapparaat
Maak een mooie foto