Een logische keuze?

Silvia woonde tot vorig jaar met man en kind in Turijn. Toen haar man werk vond in Brussel, verhuisde het gezinnetje naar een gemeente net buiten de hoofdstad. Silvia en haar man kozen een Franstalige school voor hun zoon van drie. Een logische keuze, want het Frans van Silvia's man is behoorlijk goed en in de gemeente waar ze wonen wordt er veel meer Frans dan Nederlands gesproken. Maar ondertussen is Silvia al vijf maanden Nederlands aan het leren. Plots vindt ze die Franstalige school niet meer zo vanzelfsprekend. Ze wil graag begrijpen wat haar zoon leert op school en dat lukt beter in het Nederlands dan in het Frans.

 

Nederlands? Of toch maar Frans?

Franstalig of Nederlandstalig onderwijs voor mijn kind? Eerst Nederlands leren of toch maar Frans? Het zijn vragen waar veel nieuwkomers in het Brusselse mee worstelen. Het Frans is de belangrijkste voertaal in de regio, maar in de negentien gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staan beide talen op gelijke voet. En zodra je de grens van het Gewest oversteekt, ben je in Vlaanderen en is er zelfs maar één officiële taal meer: het Nederlands. Dat de Franstaligen in sommige van die Vlaamse gemeenten in de rand rond Brussel in de meerderheid zijn, doet er niet toe. De officiële taalgrens ligt sinds 1962 onwrikbaar vast. Wel hebben Franstaligen in zes gemeenten in de Vlaamse Rand rond Brussel bepaalde taalrechten, de zogenaamde faciliteitengemeenten. Silvia's gemeente is er zo een. Je kunt er Frans spreken aan het loket in het gemeentehuis. Officiële documenten krijg je op vraag in het Frans. En er is een Franstalige kleuter- en lagere school. Kunt u zich inbeelden hoe verwarrend dit allemaal is voor iemand die nieuw is in België?

 

Klant is koning

Ook de gemeente waar ik lesgeef, ligt in de Vlaamse Rand. Borden met de tekst 'Vlaams en gastvrij' verwelkomen je als je de gemeente binnenrijdt. Geen tweetalige straatnamen hier. De opschriften op winkelruiten zijn eentalig Nederlands. In deze gemeente hebben Franstaligen geen faciliteiten. Toch spreken ook hier veel mensen Frans. En ruim veertig procent van de bevolking heeft een migratieachtergrond. Winkeliers gaan flexibel om met die meertaligheid. Bij de bakker en in de supermarkt schakelt men vlot over van het Nederlands naar het Frans of het Engels. Taal is geen punt. Klant is koning.

Alleen bij de gemeentelijke diensten zijn andere talen dan het Nederlands taboe. 'Engels ziet men af en toe nog door de vingers, maar o wee als je Frans durft te praten aan het loket', zeggen mijn cursisten, licht verontwaardigd. Erg gastvrij vinden ze het niet. 'Als je hier pas woont en nog geen woord Nederlands spreekt, is het even slikken.' 'Hier spreekt men Nederlands', dat is de boodschap die men er bij elke anderstalige inramt. De schrik voor een verdere verfransing is groot. Het Vlaamse karakter van de gemeente moet absoluut gevrijwaard. Taal ligt nog altijd bijzonder gevoelig in deze regio. En dat is voor een nieuwkomer soms moeilijk te begrijpen.

 

Moet het allemaal zo strikt

Moet het allemaal zo strikt, vraag ik me af? Zijn er geen betere manieren om mensen warm te maken voor het Nederlands? Mijn cursisten beseffen heus wel dat Nederlands belangrijk is. Ze leren Nederlands omdat hun kinderen naar een Nederlandstalige school gaan. Of om makkelijker een job te vinden. En sommigen hebben het gewoon nodig op hun werk. Neem Mohamed, die op de luchthaven werkt. 'Een paar weken geleden stopte mijn baas me zijn gsm toe', vertelt hij. 'Kan jij deze middag mijn telefoons beantwoorden', vroeg hij. 'In het Frans toch, chef?', zei ik. Nee nee, in het Nederlands', antwoordde hij. 'Ik was van plan om na deze cursus te stoppen met Nederlands leren. Maar toen heb ik beslist om ook volgend jaar nog les te volgen.'

 

 

De column Uit de Les is tweewekelijks te vinden op de site van Les en wordt afwisselend verzorgd door Ignace Fermont en Maaike Gerritsen, romanschrijfster en met haar bedrijf Taal&Verhaal onder meer werkzaam als docent Nt2 bij verschillende taalaanbieders en docent creatief schrijven aan De Schrijversacademie.