Een nieuwe taal leren is moeilijk. Je moet nieuwe woorden onthouden, leren hoe je die woorden in een zin zet, en hoe je ze integreert met wat je al weet over taal. In een nieuwe studie van onderzoekers van het Donders Instituut en het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek zijn deze vaardigheden op hersenniveau bestudeerd in Nederlanders die een kunsttaal leren: het ‘Alienees’.

De belangrijke ontdekking was dat het voor het brein uitmaakt of de nieuwe taal grammaticale eigenschappen (in dit geval woordvolgorde) met je moedertaal deelt. In dat geval maakt je brein gebruik van de eigen grammatica om de nieuwe taal te leren. Is de woordvolgorde van de nieuwe taal verschillend van je moedertaal, dan moet ons brein een nieuw gramaticaal repertoire opbouwen. Voor het eerst is hiermee aangetoond dat het ons brein helpt als we kenmerken van onze moedertaal kunnen hergebruiken bij het leren van een nieuwe taal.

Alienees bestond uit woorden als josa ‘vrouw’, komi ‘man’, en oku ‘fotograferen’. Deze woorden worden gecombineerd in een bepaalde volgorde die wel of niet voldoet aan hoe dat gaat in het Nederlands. Bijvoorbeeld: zowel komi oku josa (man fotografeert vrouw) enjosa komi oku (vrouw man fotografeert) betekenen “De man fotografeert de vrouw”. De eerste zin voldoet aan de Nederlandse woordvolgorde, de tweede niet. De deelnemers lezen zinnen met bekende en onbekende volgordes, samen met foto’s die de betekenis laten zien (afbeelding).

Als de onbekende woordvolgorde werd herhaald nam de hersenactiviteit toe in de netwerken waarvan bekend is dat ze nauw betrokken zijn bij de moedertaal. Eerste auteur Kirsten Weber: “Die verhoogde activiteit zou een teken kunnen zijn van het bijwerken van een neuraal netwerk om de nieuwe volgorde te kunnen verwerken.” Als de al bekende woordvolgorde gebruikt werd, werd er juist minder activiteit gemeten. “Dat we verminderde activiteit vonden voor de bekende volgorde zien we als bewijs dat een bekende structuur, ook al zijn de woorden anders, al snel behandeld kan worden zoals je eigen taal. Het verwerken van zo’n bekende structuur is de tweede keer makkelijker.”

Zo kun je dus een kunsttaal zoals het Alienees gebruiken om te begrijpen hoe het leren van een echte taal werkt. Weber: “Ons werk laat zien dat we dezelfde hersengebieden gebruiken voor onze moedertaal als voor nieuwe taalstructuren, en dat het Alienees echt op weg was om onderdeel te worden van de al bestaande netwerken.”

Publicatie: Weber, K., Christiansen, M.H., Petersson, K. M., Indefrey, P., & Hagoort, P. (2016). fMRI syntactic and lexical repetition effects reveal the initial stages of learning a new language. The Journal of Neuroscience. doi:10.1523/JNEUROSCI.3180-15.2016