Rekenkamer: 2,5 miljoen laaggeletterden in Nederland, beleid niet effectief
Het aantal laaggeletterden in Nederland van 16 jaar en ouder bedraagt niet 1,3 miljoen, maar 2,5 miljoen mensen. Door 65-plussers niet mee te tellen, houdt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hun aantal kunstmatig laag. Er gaapt een kloof tussen de omvang van het probleem en de door de overheid gekozen aanpak om laaggeletterdheid te bestrijden.
Bron: De Volkskrant, Remco Meijer, 20 april.
Dat schrijft de Algemene Rekenkamer in het rapport Aanpak van laaggeletterdheid, dat woensdagmiddag is aangeboden aan de Tweede Kamer. Laaggeletterd zijn mensen die moeite hebben met taal en rekenen. Die laatsten worden ook wel 'laaggecijferden' genoemd. Voor beleid om hierin verbetering te brengen, is dit jaar 74 miljoen euro beschikbaar. De Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het beleid in de periode 2006-2015 en naar de plannen voor de periode 2016-2018.
De conclusies zijn niet positief. In internationaal verband doet Nederland het wel goed: het staat in de top-3 van de OESO-lijst van landen met de minste laaggeletterden. Maar de doelen van het beleid in eigen land zijn volgens de Rekenkamer te zeer alleen gericht op taal en daarmee te bescheiden. Ze zijn niet gericht op het in algemene zin 'geletterd' worden van mensen en bereiken slechts 5 procent van de doelgroep.
Stichting Lezen & Schrijven
Iemand die als geletterd geldt, moet de taal tenminste op vmbo-niveau beheersen. Maar de doelen die de overheid stelt, spreken slechts van 'verbetering' van de taalbeheersing. Het doel voor de komende jaren, om 45 duizend mensen te laten beginnen aan een taalcursus en nog eens 45 duizend hun taal te laten 'verbeteren', wordt niet gehaald omdat er wachtlijsten zijn. Dat vindt de Rekenkamer strijdig met een opmerking van minister Jet Bussemaker, die vorig jaar tegen de Tweede Kamer zei dat meer geld niet betere resultaten zou opleveren.
Van de 74 miljoen euro wordt 56 miljoen via gemeenten verdeeld over ROC-instellingen en andere aanbieders van cursussen voor volwassenen. De in 2004 door prinses Laurentien opgerichte stichting Lezen & Schrijven, waarvan zij nu erevoorzitter is, mag jaarlijks 11 miljoen euro uitgeven om onder meer de samenwerking tussen lokale en landelijke organisaties te bevorderen.
Het probleem is weerbarstig en complex
Jet Bussemaker
De Rekenkamer doet drie aanbevelingen. Beslis of de doelen van het beleid zich ook op rekenvaardigheid en digitale vaardigheid moeten richten en zo ja, formuleer daarvoor streefwaarden. Zorg voor een volledig beeld van de kenmerken van cursisten - dat is er nu niet. En zorg voor zicht op het begin- en eindniveau van cursisten, zodat de effecten van het beleid kunnen worden gemeten.
De minister heeft het rapport voor publicatie gelezen en laat in een reactie aan de Rekenkamer weten dat het probleem 'weerbarstig en complex' is. Ze zegt doende te zijn met het wegwerken van de wachtlijsten en 'het in kaart brengen van de leeropbrengsten'. Volgens haar kan de omvang van de groep laaggeletterden slechts 'bij benadering' worden aangegeven. De Rekenkamer concludeert dat zij daarmee 'niet reageert' op de bevinding dat 65-plussers ten onrechte niet worden meegerekend.
Voor meer informatie zie het rapport.
Doorgestroomd - Ik wil advocaat worden!
Waarom ze niet naar de havo mag? Het is de vraag van een meisje uit Afghanistan op de ISK. Haar neef mocht wel naar de havo. Waarom zij niet? Ze heeft nog niet het juiste taalniveau en zal via mbo 2 haar weg moeten vinden. Ondertussen werkt ze hard aan het leren van de taal en heeft ze altijd een boekje bij zich waarin ze moeilijke woorden opschrijft.
Lees verderOlha
Mieke de Haan is huisdichter van Les. In deze column publiceert zij maandelijks een nieuw gedicht dat ze schrijft naar aanleiding van ervaringen van haar cursisten. Bij elk gedicht geeft ze ook een lestip.
Lees verderDoorgestroomd - Drie vrienden na de ISK
Soms trok hij even zijn wenkbrauwen op als hij iets zei, om zo de hele klas naar zijn hand te zetten. Zijn vriend ging dan achterin zitten, omdat hij rustig wilde werken. De laatste van het drietal bleef opletten en maakte altijd zijn huiswerk.
Lees verder